01 nov 2017
Afgelopen week maakte Mario Draghi, hoofd van de Europese centrale bank, bekend dat het Europese opkoopprogramma verminderd wordt tot €60 miljard per maand. Met ingang van het nieuwe jaar wordt vervolgens weer een stap terug gedaan tot €30 miljard, om ten slotte eind september 2018 het gehele opkoopgebeuren te kunnen beëindigen. De reden hiervoor zou zijn gelegen in het feit dat de economie in Europa deze ondersteuning niet meer nodig zou hebben, in combinatie met een lage rente.
Opkoopprogramma ECB, cumulatief
Op dit feit werd door de markt gereageerd door het omlaag brengen van de goudprijs met 1 %, volgens de analisten een teken dat de rol van goud als veilige haven in roerige tijden minder belangrijk wordt nu de economie weer aantrekt.
De dames en heren analisten vergeten er echter bij te vermelden dat de goudprijs niet wordt bepaald door een reguliere vraag en aanbod, maar momenteel volledig wordt bepaald door geschuif met papieren contracten zonder enig feitelijke fysieke gouddekking. Dat ook die papieren contracten in feite digitale nullen en enen zijn is een beeldspraak die u mij maar moet vergeven.
Overigens maakte mooie Mario in zijn persconferentie geen gewag van de 100% inkoop van Griekse staatsleningen. Zo blijkt maar weer eens het voordeel van het niet opnemen van deze activiteit in het overzicht van de maandelijkse aankopen door de ECB; als je het niet ziet hoef je er het ook niet over te hebben.
Het financiële systeem houdt echter niet op aan de Europese grenzen, wat zichtbaar wordt door de grootschalige aankopen en ondersteuning van de markten door de overige centrale banken. Hieronder ziet u de aankopen door de Japanse centrale bank en die van de centrale bank van de VS. Terwijl de Japanners vrolijk doorgaan met het opkopen van allerlei financiële producten, maakt de FED al weer enige tijd pas op de plaats.
Zoals u ziet blazen ook de Zwitserse, Engelse en Chinese centrale banken vrolijk hun partijtje mee, en is daarmee de ongebreidelde geldcreatie een wereldwijd verschijnsel.
Chinese joker
Dat ook China meedoet aan de geldcreatie, wordt door de Westerse pers vaak aangegrepen om het bijdrukken van geld in het Westers systeem te vergoelijken. Men vergeet hierbij echter één detail, namelijk het feit dat China, met in haar kielzog Rusland en omringende landen, grote hoeveelheden goud hebben geproduceerd en ingekocht. Kortom, komt de onvermijdelijke ineenstorting van het ongedekte geldsysteem zal ook China met waardeloos geworden dollars achterblijven, maar heeft men het edelmetaal om een nieuwe, goud-gedekte wereldstandaard op te zetten. Deze ommekeer zal overigens niet in éé klap gebeuren, maar waarschijnlijk stapsgewijs plaats vinden. Je kunt hierbij denken aan de inkoop van olie door China betaalt met yuan’s in plaats van dollars, en/of de oprichting van het SDR systeem. SDR staat voor Special Drawing Rights, een mandje van vrij ten opzichte van elkaar bewegende currencies waarbij de yuan dan door goud gedekt zal worden, en gaandeweg een steeds belangrijker rol zal gaan spelen.
Inflatie
Hoe dit proces dan ook precies zal gaan plaats vinden, de enorme geldcreatie heeft overigens nog niet geleid tot een fors oplopende inflatie, wat je op het eerste gezicht wel zou mogen verwachten. Een belangrijke reden hiervoor is dat een groot deel van het bijgedrukte geld in het failliete banksysteem blijft hangen en daarmee niet in de gewone economie terecht komt. Verder wordt het prijsopdrijvend effect deels teniet gedaan door een daling van de omloopsnelheid van het geld. De omloopsnelheid is de gemiddelde frequentie, waarmee een eenheid van geld in een bepaalde tijdsperiode wordt uitgegeven. De omloopsnelheid associeert de mate van economische activiteit in een economisch systeem met een gegeven geldhoeveelheid. Deze omloopsnelheid bewoog zich de afgelopen honderd jaar in de VS tussen de 2,12 in 1997 en 1,17 in 1932, met een gemiddelde van 1. 675. In de grafiek is goed zichtbaar dat de beurscrash van eind oktober 1929 resulteerde in een ineenstortende economie in de daarop volgende jaren, welke in 1932 haar dieptepunt bereikte met een record-lage omloopsnelheid.
De jaarlijkse omloopsnelheid van geld
Kijken we vervolgens naar de huidige stand van zaken, zien we dat de omloopsnelheid volgens de laatste gegevens van de FRED ( Federal Reserve bank of st. Louis) op 30 augustus jl op 1.427 stond, en een duidelijk dalende trend laat zien.
Bedenk echter, dat de omloopsnelheid niet altijd kan blijven dalen, en dat een (forse) stijging de start is van een periode van inflatie dan wel hyperinflatie.
Tot slot kan vermeld worden dat de officiële inflatiecijfers geen goed beeld geven van de werkelijke geldontwaarding. Zou men immers de werkelijke inflatiecijfers publiceren zouden overheden en banken in grote problemen komen vanwege de uitstaande schulden als ook bezittingen welke bij een oplopende rente fors in waarde zullen gaan verminderen.
Conclusie
Hoe dan ook, de enorme geldcreatie en uitgestelde inflatie zijn beide uitingsvormen van een systeem wat op zijn laatste benen loopt. Het is geen toeval dat juist in ons huidig tijdsbestek op veel gebieden van het Westers politiek en maatschappelijk bestel onrust uitbreekt. Grote veranderingen staan voor de deur, gedreven door de vernietiging van het ongedekte geld en de impact die dit zal hebben op ons en de maatschappij waarin we leven. Het Europese blufpoker is dan ook slechts afleiding, in de hoop de huidige status quo zo lang mogelijk te handhaven.